Belastingparadijs

We hadden de mond vol over belastingparadijzen, tot bleek dat wij dat ook zijn.

Het zal onnozelheid van mij zijn dat ik bij het fenomeen ‘belastingparadijzen’ in eerste instantie altijd aan landen als Liechtenstein of Andorra dacht.

Vanuit mijn vakgebied wist al wel dat veel Nederlanders de grens over gingen naar België omdat ze te arm zijn om hier belasting te betalen. Ook kende ik constructies waarmee bedrijven hun zetel verplaatsten naar de Nederlandse Antillen om zo de belastingplicht te minimaliseren .

Hoewel Nederlanders, als het niets kost, graag iedereen in de wereld vertellen hoe het hoort, zijn er toch zeer veel vermogende landgenoten geweest die veel geld gestald hebben in Zwitserland en België toen dat nog straffeloos kon. Maar dat kan niet meer, dus de belastingdienst heeft veel geld ontvangen van mensen die tot inkeer moesten komen.

Maar Nederland is altijd een handelsland geweest en is steeds op zoek naar manieren om geld te verdienen.

Wie de bedenker is van de constructie die ik nu ga bespreken weet ik niet, maar als hij of zij maar een paar procent krijgt van wat allemaal bespaard is door deze constructie, dan is hij of zij miljardair.

Nu blijken 700 Amerikaanse bedrijven zich van deze constructie te bedienen en bijna iedereen kent deze bedrijven – in ieder geval van naam.

Als zij in Nederland de rechtsvorm kiezen van een Commanditaire Vennootschap kunnen ze hier hun hoofdkantoor vestigen en op die manier bepalen hoe ze het betalen van belasting in hun eigen land

kunnen voorkomen en hun winst zonder belasting kunnen proberen door te sluizen.

Als koopman heeft de Nederlandse regering deze constructie gepromoot met de smoes dat door de vestiging van hoofdkantoren wij meer werkgelegenheid kregen. Zelfs linkse politici deden daaraan mee op een enkele uitzondering na.

In 2015 of 2016 verscheen het eerste artikel waarin werd aangetoond dit eigenlijk niet kon. Uit een intern stuk van het Ministerie van Financiën bleek dat men daar ook wel inzag dat dit niet kon. Toch besloten ze het nog even onder de pet te houden. Maar voor de eerste keer begon het te dagen dat er iets moest gebeuren.

Vervolgens werd duidelijk dat dit niet kon als je de EU-regels consequent toepast.

Met Brussel als strenge en rechtvaardige meester wordt het – terecht – duidelijk dat we actie moeten ondernemen en dat het eigenlijk kortzichtig is als wij alleen naar ons land kijken en niet naar wat mondiaal gezien aanvaardbaar is. En dat ieder land een redelijk deel moet hebben van de belasting.

Mooi dat Brussel ons bij de les probeert te houden.