Het onderwijs weet nog steeds geen goede mensen vast te houden

In 1996 heb ik mijn accountantskantoor verkocht met de afspraak bij de koper te blijven werken. Dat bleek achteraf niet zo’n goed idee. Dus met enig gedoe hebben onze wegen zich gescheiden. Zelfstandig ondernemerschap past beter bij mijn karakter.

In de periode dat ik zoals dat nu heet ‘between two jobs’ zat, kwam ik een volledige baan in mijn vakgebied tegen op de Hanzehogeschool. Omdat ik daar als accountant wel lezingen en presentaties gaf was de baan zo voor mij. Tijdens mijn studie had ik ook een onderwijsbevoegdheid gehaald dus ik kon beginnen.

Ik werd uitgeleend door mijn BV en kreeg de volle som die het onderwijs kwijt is omdat nieuwe mensen via een uitzendbureau starten.

Toen viel het mij op dat de nieuwe werknemers geen vaste baan kregen, met als gevolg dat de goeden uit eigen beweging weer vertrokken omdat ze vastigheid wilden – vast werk en de mogelijkheid om iets op te bouwen. De groep met vaste medewerkers werd al ouder en er kwam te weinig goede nieuwe aanwas. Na een half jaar ben ik daar weer vertrokken en als accountant opnieuw voor mijzelf begonnen.

‘Dan zie je dus weer toppers vertrekken’

Zeer onlangs hoorde ik een verhaal over een mbo-opleiding in het noorden. In een team zitten 25 docenten, zes daarvan hebben hun derde tijdelijke contract en dat loopt voor de zomer af. Het instituut doet zo lang over het besluiten dat vier van de zes al een andere baan gevonden hebben die voor hun alle vier een promotie inhoudt, dus ze vertrekken. Dan zie je dus weer toppers vertrekken en die zou de school juist moeten koesteren en niet wegjagen.

Blijkbaar is het beleid van hogerhand bij de directie HR van de school: na drie tijdelijke contracten moet je weg. Weten die managers niet dat je kwaliteit moet proberen vast te houden? Het lijkt er wel op. En ook is het schokkend dat men in 24 jaar bij de top nog niets geleerd heeft.