Het wassende water laat zien dat we kwetsbaar zijn

Elke Nederlander heeft vrijwel zeker op de basisschool uitleg gehad over het feit dat ons land voor een groot deel onder de zeespiegel ligt.

Hoewel ik 2 jaar was toen de watersnoodramp in Zeeland zich voltrok heb ik daar de hele basisschool (vroeger heette dat lagere school) weet van gehad, want bij mij in de klas zat al die jaren een boerenzoon wiens vader hier in Roodehaan was gaan boeren omdat dat na de ramp niet meer kon in Zeeland.

Na de overstromingen in 1993 en 1995 werden we weer met de neus op de feiten gedrukt.

Dan worden er wel zaken ondernomen en dat moet dan maar genoeg zijn.

Vervolgens krijgen we de ramp van de afgelopen week. In Nederland zijn volgens mij geen doden gevallen maar in de buurlanden, België en Duitsland, wel en hopelijk gaan ze alle vermisten ook nog vinden, want dan blijven de nabestaanden niet nog langer in onzekerheid.

Gelukkig had ons koningspaar voor het vertrek naar Griekenland nog tijd om het rampgebied te bezoeken en de bevolking een hart onder de riem te steken. Ook zijn onze premier en de vakminister langs geweest in het rampgebied.

Dan kijk ik naar hun serieuze gezichten, luister wat ze zeggen en denk bij mezelf ’waar kunnen de slachtoffers op terugvallen’. Op uitspraken als ‘wij zullen u niet vergeten’ en ‘op ons kunt u rekenen’.

Wij, die wonen in dit aardbevingsgebied, weten als geen ander dat dit nietszeggende zinnen zijn. Die bijna nooit vertaald worden naar de broodnodige financiële middelen .

Wat wel prima is als een gebied op extra geld kan rekenen omdat het tot rampgebied verklaard is. Dat helpt in ieder geval.

Omdat de politiek erg bij de dag leeft hoop ik dat de belanghebbenden zich blijven roeren omdat er nog veel geld nodig is om de herhaling van zo’n ramp mogelijk te voorkomen. Ook hoop ik dat – als we nog eens een nieuw kabinet krijgen – bij het verdelen van het geld met de noodzaak van deze investeringen rekening gehouden wordt.