Met een kleinzoon naar het Automuseum

Onze jongste dochter woont met haar gezin in Voorschoten. En in de loop der jaren ben ik meerdere keren langs het Automuseum in Den Haag gereden. Het leek mij leuk om dat eens een keer van binnen te bekijken.

Nu mijn vrouw en ik voor de tweede keer gevaccineerd zijn vonden we dat we nodig onze dochter en haar gezin moesten bezoeken. Mijn kleinzoon Joris van 6 jaar was al een paar keer in het Automuseum  geweest en wilde mij daar wel rondleiden.

Dus wij er heen. De aanrijroute is gemakkelijk en parkeren is ook perfect geregeld. Dus wij via het park naar het museum.Gelukkig had onze vorstin in 2010 nog een gaatje in haar agenda gevonden om het museum te openen.

Mooi zichtbaar gemaakt

De ontwikkeling van koets tot auto is heel mooi zichtbaar gemaakt. Bij heel veel vroege auto’s – bijna nog koetsen – kreeg ik uitleg van Joris dat het toch niet handig is als er voor de chauffeur in de auto mensen  zitten. Dan kan de chauffeur toch niets zien? Ik moest hem gelijk geven. Tevens mocht ik horen dat die en die auto’s hetzelfde logo hadden dus uit dezelfde fabriek kwamen. Ook auto’s zonder stuur waren volgens hem niet makkelijk te besturen. Hij was met mij van mening dat hij liever auto’s zag dan allerlei porselein met autodingen er op of een hele zaal met affiches.

Biertje en appeltaart

Ook was het aantal raceauto’s indrukwekkend en, vooral nu onze Max toch wel een keer wereldkampioen wordt, extra interessant. Zijn fascinatie voor de Zeppelin was groot en dat deelde ik met hem. Ook leuk zoals die in het gebouw is opgehangen. Ter afsluiting voor mij een biertje en voor hem een Fristi en appeltaart met slagroom

Na een mooi bezoek zijn we weer huiswaarts gekeerd.

Het museum is mooi opgezet maar er was niet helemaal te vinden wat ik zocht. Ik had hem namelijk graag alle auto’s laten zien waar ik als kind en later als bestuurder in gezeten had. Dat gaan dan we later nog maar eens doen.